Frankrijk 2012

Geplaatst op door Jeroen Verhoeff


De gezinsvakantie 2012 begon In
La Brenne, een bij vogelaars populair gebied. Dit, op zich vrij saaie, cultuurlandschap is bezaaid met talloze meertjes waarin vooral karpers worden gekweekt. Dit mozaiek van weiden, bossen en meertjes lokt aardig wat dieren.

    • .
    • Ik heb niet heel veel ‘gebeest’ deze vakantie en qua beeld heb ik voornamelijk gefilmd. Desalniettemin heb ik toch nog wat leuke plaatjes gemaakt!
    • .
    • .
    • Jonge boerenzwaluwen overnachten in het campingtoilet.
    • .
    • .
    • Nachtelijke groene kikker
    • .
    • .
    • Dopheide
    • .
    • .
    • Dode jonge eikelmuis
    • .
    • .
    • Europese moerasschildpad
    • .
    • .
    • Boomkikkers zijn klein.
    • .
    • .
    • Heel klein.
    • .
.
  • Zeker vergeleken bij een grote groene sabelsprinkhaan.
  • .

    • .
    • Rugstreeppad
    • .
    • ‘s Nachts zag ik edelherten, reeen, vossen, springkikkers, egels en elke nacht steenmarters van heel dichtbij. Verder heb ik hier oa nog twee ringslangen, een adderringslang en een geelgroene toornslang gezien.
    • .
    • .
    • Toen bezochten we ‘Parc naturel régional Périgord-Limousin’.
    • (We stonden op een leuke, kleine, Nederlandse camping.).
    • .
    • .
    • Glimworm
    • .
    • .
    • Dit is dezelfde soort gewone pad als bij ons, ze worden alleen veel groter hier in het zuiden. Dit is misschien wel een pond pad! Toen ik haar zachtjes op haar rug aaide, blies ze zichzelf op met lucht en boog ze haar rug schuin omhoog naar mijn vinger. Blijkbaar dacht ze dat mijn vinger een ringslang was, want dit is typisch slangenafweergedrag van padden. Ook al zijn padden giftig, ringslangen trekken zich daar weinig van aan en lusten graag een portie pad.
    • .
    • En verdomd; de volgende avond…
    • .
    • .
    • .
    • Wat is er met deze andere, grote pad aan de hand?
    • Haar rechtervoorpoot en haar kop zitten onder het slijm en het bloed!
    • .
    • Welnu, lees en huiver:
    • .
    • Het begon bij Joris Bos. Die stond met zijn ouders ergens anders op de camping, had ‘s avonds iets beestachtig bijzonders gezien en de campingbaas erbij geroepen.
    • .
    • .
    • Een volwassen vrouw ringslang had een volwassen vrouw pad gegrepen! Wauw; wat een spektakel!
    • De pad had zich vol met lucht gezogen in de hoop dat ze zo te groot zou zijn om ingeslikt te worden door de slang.
    • .
    • .
    • Gelukkig legde Heidi Bosscha; de moeder van Joris, alles prachtig vast op de gevoelige plaat. Nu kunnen slangen doorgaans prooien inslikken die veel dikker zijn dan hun zelf, maar dit lijkt wel een heel zware kluif voor de slang te zijn…
    • .
    • .
    • .
    • Dit opgeblaas, en misschien ook wel het feit dat de ringslang mogelijk wat zenuwachtig was geworden van de mensen die zo van dichtbij toe stonden te kijken, zorgden er inderdaad voor dat ze haar prooi weer los liet.
    • .
      • .
      • Hier laat mevrouw pad zien dat de slang het niet nog eens moet proberen.
      • Om te onderstrepen hoe veel te groot ze is gaat ze hierbij ook nog eens hoog op de poten staan.
      • .
      • .
      • Je ziet hier de slang bijna denken dat haar ogen misschien toch groter waren dan haar maag.
    .
    • .
    • Pas op dit moment riep de campingbaas mij er ook maar bij toen hij zag wat er aan de hand was. De pad zat iets verderop, bloedend en in shock bewegingsloos te wezen en de slang kon of wilde haar prooi niet meer vinden, waarna ze er langzaam vandoor ging. Wauw! Ik had het spannendste dus gemist, maar gelukkig hebben we de foto’s van Heidi Bosscha nog. Hartstikke bedankt Joris en Heidi!
    • .

.
De volgende avond vond ik na lang zoeken een roepende vroedmeesterpad.
Het zijn net buikssprekers; hun roep lijkt steeds ergens anders vandaan te komen.
.
Verder heb ik hier oa nog een geelgroene toornslang, egels en een vos  gezien..
.
.
Daarna verbleven we weer eens aan de rivier de Dordogne.
.
.
.
  • .
  • Hier is het leven altijd goed.
  • .
  • .
  • Het begon minder goed toen mijn onder watercamera ontvoerd werd door de snelstromende rivier. Twee honderd meter stroomafwaarts vond ik hem weer terug; pfoei! Toen ik terug naar de oever zwom botste ik bijna tegen deze adderringslang op, die op onder water jacht was. Dubbel geluk!
  • .
  • .
  • .
  • Als een paling zich bij daglicht langdurig laat zien en er zo uit ziet als deze hier boven gaat het niet goed met hem. Er zat een soort gezwel op zijn kop en hij had flink wat oude littekens. Vreemd. ´s Nachts zag ik genoeg gezonde palingen zwemmen. En een grote snoekbaars.
  • .
  • .
  • Deze vissenbloedzuiger op zijn rug nam het er in ieder geval maar van.
  • .
  • .
  • Nieuwsgierige, half volwassen baarzen wachten tot ik voedsel omhoog woel terwijl ik me staande probeer te houden in de sterke stroming.
  • .
  • .
  • Het blijven mooie vissen, die baarzen.
  • .
  • .
  • Onder een steen ligt een rivierdonderpad. Schutkleur!
  • .
  • .
  • .
  • Snoekje tussen de boomwortels onder de oever.
  • .
    • .
    • Vlottende waterranonkel
    • .
    • .
    • .
    • Schaatsenrijders
    • .
    • .
    • .
    • Zich verstoppende groene kikker.
    • Zijn oogleden lijken net een zwembrilletje!
    • .

  • .
  • Het is geen dolkwesp, maar hij is net zo groot en gevaarlijk uitziend.
  • Wie weet welke soort dit is mag het zeggen.
  • .
  • .
  • .
  • Grote kopvoorn
  • .
  • .
  • Weidebeekjuffer
  • .
  • Verder heb ik hier oa nog ijsvogels,  reeen, eekhoorns en alweer een geelgroene toornslang gezien. De geelgroene toornslang is misschien wel mijn favoriete Europese slang, maar toch krijg ik bijna een hekel aan die beesten, want ze zijn zo alert, snel en schuw dat hoe voorzichtig je ze ook besluipt, ze meestal alleen het einde van hun staart laten zien. Vissen: ruisvoorn, kopvoorn, blankvoorn, bittervoorn, franse sneep, elrits, alver, bliek, karper, zeelt, forel, riviergrondel, barbeel, bermpje, rivierdonderpad, baars, snoekbaars, snoek, zonnebaars en paling.
  • .
  • .
  • Hierna bezochten we de Auvergne. .
  • .
  • .
  • Waar een bever wel heel dicht langs me zwom.
  • .
  • .
  • In Frankrijk stikt het van de beverratten, een soort die uit Zuid Amerika stamt.
  • Hier knabbelen drie halfwas jongen aan het groen.
  • .
  • .
  • Een flinke groep bijeneters ging vlak voor me baden. Al vliegend lieten ze zich steeds kort in het water vallen.
  • .
  • .
  • Haha, deze rode wegslak viel in een kuil. Ja, heel langzaam ja!
  • .
  • .
  • Deze mooie vos bleef lekker liggen slapen toen ik dichterbij sloop.
  • .
  • .
  • .
  • Zijn of haar partner ging vlakbij vrolijk op sprinkhanenjacht.
  • Ik heb ze beiden van dichtbij wel tien minuten prachtig kunnen bekijken.
  • .
  • .
  • .
  • Een gestippelde alver tussen de gewone alvers. Het stroomde hier zo hard dat ik me met bijna al mijn armen en benen aan een gezonken woudreus vast moestklemmen. Zo vastgeknoopt kon ik net met één hand filmen.
  • .
  • .
  • Twee jaar geleden zag ik hier ´s nachts kleine meervallen zwemmen. Nu zag ik overdag twee grote meervallen tussen het drijfvuil schuilen. Beiden waren ruim langer dan een meter. Misschien waren het wel dezelfde als toen!
  • .
  • Verder heb ik hier oa nog een ringslang,  reeen, eikelmuizen, wielewalen, karpers, een slechtvalk, een havik, een boomvalk en nog veel meer gezien. Vissen: ruisvoorn, kopvoorn, blankvoorn, bittervoorn, sneep, elrits, alver, karper, riviergrondel, barbeel, baars, snoek, zonnebaars, meerval en paling.
  • .
  • .